Off the beaten track

2 juni 2016

Om 7:00 uur zweten we zo'n beetje onze slaapzak uit. De zon staat al hoog aan de hemel en zo te voelen zal het bijna 20 graden zijn. Voor IJsland behoorlijk zeldzaam. Dat maakt het voor ons niet minder prettig en uiteraard nemen we flink de tijd om in het zonnetje te ontbijten.

De ochtend gebruiken we om in Akureyri rond te kijken.
Akureyri wordt ook wel de hoofdstad van het noorden genoemd. Het is dan ook de grootste plaats van Noord-IJsland. Behalve de grote Katholieke kerk van Akureyri bezoeken we echter geen bezienswaardigheden. We genieten van de ochtend op het terras van een koffiebarretje, lopen wat leuke winkels in en uit, en eten een ijsje bij Brynja, dat bekend staat om het lekkerste ijs van IJsland (zou het daarom IJsland heten?)

De middag benutten we om weer wat kilometers te maken en te genieten van de uitzichten in de noordfjorden. Onderweg passeren we Dalvik, Ólafsfjördur, Siglufjördur en Saudárkrókur. Hier stoppen we af en toe om wat leuke plaatjes te schieten en op een klif op afstand te kijken hoe d walvisvaarders zich rond de walvissen in de baai cirkelen. Behalve op die boten in de verte zien we inmiddels al geen toeristen meer. 

Als we dan in de avonduurtjes ook nog eens de 745 (ten westen van het Skagafjord) in noordelijke richting nemen, zijn we echt off the beaten track. De complete weg is alleen maar grind en we zien slechts één tegenligger. Campings komen we helemaal niet meer tegen. We stoppen dus maar in de middle of nowhere en parkeren ons karretje maar op het noordelijkste punt van dit Schiereiland. Rechts van ons de Skagafördur, links van ons de Húnafjördur, in het noorden enkel nog de noordpool en jn het zuiden de rest van de wereld. Het voelt als het eind van de wereld. We hebben nog maar een paar plekken op de wereld mogen ervaren waar het zo stil is......